3.2. Toetsenbordinvoer

Als alternatief voor de muis kan u ook de volgende toetsen gebruiken:

  • Om te schakelen tussen de menubalk, de mappenboom, de zijbalk en het hoofdgebied gebruikt u de toetscombinatie [Ctrl]+[F6].

  • Om de cursor te verplaatsen binnen een invoerveld gebruikt u de volgende toetsen: cursortoetsen, [Home] en [End].

  • Om door de mappenboom of ze zijbalk te navigeren gebruikt u de volgende toetsen: [Page up], [Page down], [Spatiebalk], [Shift]+[Spatiebalk].

  • Om een map te openen of te sluiten in de mappenboom gebruikt u de [Spatiebalk] of [Enter].

  • Om elementen uit de mappenboom, de zijbalk of het hoofdgebied te selecteren gebruikt u de cursortoetsen.

  • Om een functie, een invoerveld of een selectievakje te kiezen gebruikt u de volgende toetsen: [Tab],[Shift]+[Tab]. De gekozen functie wordt gemarkeerd.

    Met [Shift]+[Tab] navigeert u in de omgekeerde volgorde.

  • Om een geselecteerde functie uit te voeren klikt u op [Enter].

  • Om een gekozen selectievakje in of uit te schakelen toetst u de [Spatiebalk].

  • Om een selectievakje om te schaken gebruikt u de cursortoetsen.

  • Om een popup te sluiten of een dialoog te annuleren toets u [Esc].