Rekenbladen

4.4. Rekenbladen bewerken

U heeft de volgende mogelijkheden:

Opmerking: Om een document te bewerken, moet u bewerkrechten hebben voor de Bestanden map welke het document bevat.

U kunt een rekenblad als volgt aanpassen:

  1. Maak een nieuw rekenblad of open een bestaand rekenblad.

  2. Om het document te bewerken gebruikt u de normale technieken die u ook in andere Office-applicaties gebruikt:

    • Om tekens en alinea's op te maken of om cellen te bewerken gebruikt u de hulpmiddelen in de Formatteer werkbalk.

    • Om het klembord te gebruiken gebruikt u het contextmenu of de toetscombinaties voor uw systeem.

    • Om de geselecteerde cellen te sorteren, te filteren of benoemde reeksen te maken gebruikt u de functies uit de Gegevens werkbalk.

    • Voor een aantal elementen gebruikt u de Invoegen werkbalk. De volgende elementen kunnen worden ingevoegd:

      • Som functies of andere functies

      • link, afbeelding, grafiek

    • Om gehele rijen of kolommen in te voegen, verwijderen of op te maken gebruikt u de functies in de Rijen/Kolommen werkbalk.

    • Om celcommentaren weer te geven of te bewerken, gebruik de functies in deCommentaren werkbalk.

    Tip: Veel functies kunnen ook direct worden geactiveerd vanuit het contextmenu.

    Opmerking: Alle wijzigingen worden direct opgeslagen.

  3. Om tabellen toe te voegen, aan te passen, verwijderen of sorteren gebruikt u de tabel tabbladen onder de tabel.

  4. Voor het zoeken en vervangen van elementen, klikt u op het Zoeken pictogramaan de rechterzijde van de Office menubalk. Besturingselementen voor het zoeken en vervangen worden getoond.

  5. Om het rekenblad te hernoemen, opslaan, downloaden, af te drukken of te e-mailen, gebruikt u de functies in de Bestand werkbalk.

  6. Om het bewerken te beëindingen en het rekenblad te sluiten klikt u op het Sluit document pictogram aan rechterkant van de Office menubalk.

Gebruikersinterface:

Zie ook:

Overkoepelend thema: Rekenbladen