Rekenbladen

4.2. De Rekenbladen Bewerk Pagina Componenten

Office menubalk De Office menubalk bevat de volgende onderdelen:

  • Bestand tabblad. Toont de Bestand werkbalk waarmee het mogelijk is bestandsfuncties uit te voeren.

  • Opmaak tabblad. Toont de Opmaak werkbalk waarmee het mogelijk is opmaakfuncties toe te passen.

  • Invoegen tabblad. Toont de Invoegen werkbalk die het mogelijk maakt om objecten als afbeeldingen, tabellen of hyperlinks in te voegen in de tekst.

  • Rijen/Kolommen tabblad. Toont de Rijen/Kolommen werkbalk die het mogelijk maakt functies te gebruiken voor het bewerken van rijen en kolommen.

  • Herstel pictogram . Maakt de laatste handeling ongedaan.

  • Terugzet pictogram . Zet de laatste herstel actie terug.

  • Zoeken pictogram . Toont besturingselementen voor het zoeken naar of vervangen van tekst.

  • Overzicht knop. Opent een menu met de volgende items:

    • Functies voor het in- en uitzoomen van het rekenblad.

    • Splits tabel knop. Splitst het blad boven en links van de huidige cursorpositie.

    • Bevries blad knop. Bevries de rijen boven en de kolommen links van de cursor.

    • Toon werkbalken selectievak. Geeft aan of de werkbalken altijd worden getoond.

    • Toon medewerkers selectievak. Geeft aan of een lijst met auteurs van het document wordt getoond. Deze functie wordt alleen getoond als u het document bewerkt met andere gebruikers.

    • Toon rasterlijnen selectievak. Geeft aan of de rasterlijnen worden getoond.

    • Toon tabbladen selectievak. Geeft aan of tabbladen voor extra werkbladen worden getoond onder het werkblad.

  • Sluit document pictogram . Sluit het Opmaak scherm.

Map werkbalk 

De Bestanden werkbalk

Bevat de volgende hulpmiddelen:

  • Hernoem document invoerveld. Om het document te hernoemen klikt u op de bestandsnaam.

  • Opslaan in Drive knop. Opent een menu met de volgende items:

    • Opslaan als. Slaat het geselecteerde document op onder een andere naam of in een andere map.

    • Opslaan als sjabloon. Slaat het geselecteerde document op als sjabloon.

    • Automatisch Opslaan selectievlak. Geeft aan of de documenten automatisch opgeslagen worden met reguliere intervallen.

  • Downloaden pictogram . Download het geselecteerde document.

  • Afdrukken pictogram . Toont het huidige document in een afdrukscherm. Gebruik het besturingselement in het bovenste deel van het dialoog om het document af te drukken of deze op te slaan als PDF-bestand.

  • Verzenden als e-mailbericht pictogram . Verzend het geselecteerde document als e-mailbijlage.

Opmaak werkbalk 

De Opmaak werkbalk

Bevat de volgende onderdelen:

  • tekenopmaak hulpmiddelen

    • font familie, lettergrootte

    • nadruk

    • tekstkleur

  • Celopmaakhulpmiddelen

    • horizontale en verticale uitlijning, automatische tekstterugloop

    • Nummeropmaak. Beschrijft de opmaak van de inhoud van de cel, bijvoorbeeld: een nummer.

    • Opmaak codes. Geeft de specifieke opmaak, bijvoorbeeld het aantal cijfers achter de comma.

    • cel vulkleur

    • celranden, randstijl, randkleur

    • Cellen samenvoegen of splitsen.

    • celstijl, kopieer opmaak, verwijder opmaak

Invoegen werkbalk 

De Invoegen werkbalk

Bevat de volgende hulpmiddelen:

  • bereken het totaal van de geselecteerde cellen

  • invoegen of bewerken van een link

  • afbeelding invoegen

  • een grafiek invoegen

Rijen/Kolommen werkbalk 

De Rijen/Kolommen werkbalk

Bevat de volgende hulpmiddelen:

  • rij invoegen, geselecteerde rij verwijderen, rijhoogte instellen

  • invoegen kolom, geselecteerde kolommen verwijderen, kolombreedte instellen

Afbeelding werkbalk 

De Afbeelding werkbalk

Als een afbeelding is geselecteerd wordt de Afbeelding werkbalk getoond. Het bevat de volgende hulpmiddelen:

  • Verwijder afbeelding

Grafiek werkbalk 

De Grafiek werkbalk

Als een grafiek is geselecteerd, wordt de Grafiek werkbalk getoond. Het bevat de volgende hulpmiddelen:

  • verwijder grafiek

  • definieer een grafiektype, bijvoorbeeld een kolom, een lijn of een taartdiagram

  • zet de labels voor assen, stel kleuren in en selecteer de stijlen

  • stel de labels en kleuren in voor gegevenspunten.

  • verberg of toon de legenda, stel de positie van de legenda in

  • pas de gegevensbron aan

Document scherm Het documentscherm staat in het midden. Hier kan u de inhoud van het document maken en bewerken.