Gebruik van de Drive App

Op een werkstation

2.1.8. Uitnodigen om een item te delen

Om gegevens te delen met een specifiek persoon met lees- en schrijfrechten, kan u interne gebruikers of externe partners uitnodigen voor een gedeeld object. De gebruikers ontvangen een e-mailuitnodiging. Als een externe partner het object benaderd zal deze automatisch aangemeld worden als een gastgebruiker.

Om interne gebruikers of externe partners uit te nodigen voor een gedeeld element gaat u als volgt te werk:

Opmerking: Voordat u deze functie kan gebruiken op een Mac OS systeem, moet u eerst de Drive Finder Extensies inschakelen.

  1. Open de lokale Drive map met de bestandsbeheerapplicatie van uw systeem.

  2. Om een e-mailuitnodiging te sturen voor het benaderen van een gedeelde bron naar interne gebruikers of externe partners, selecteert u Mensen uitnodigen in het contextmenu.

    Een scherm wordt geopend, het bevat functies voor het uitnodigen van mensen voor een object.

  3. Selecteer het Uitnodigingen aanmaken tabblad en doe het volgende:

    • Op een MS Windows systeem, voer een naam of een e-mailadres in Personen toevoegen.

      Om ook de submappen te delen, schakel Toepassen op alle submappenin.

    • Op een Mac OS systeem, klik het + pictogram. Voer een naam of een E-mailadres in.

    Tijdens het invoeren van de ontvangers worden passende suggesties weergegeven. Klik op een suggestie om te accepteren. Het e-mailadres wordt aan de lijst toegevoegd als interne gebruiker, groep of gast. Vooraf ingestelde machtigingen worden verleend.

    Indien nodig voert u een bericht in.

  4. Om de rechten te bewerken, heeft u heeft de volgende mogelijkheden:

    • Om een gebruikersrol aan te passen, klikt u op de momenteel actieve rol naastde naam. Selecteer een item in het menu.

    • Om rechten te verwijderen, klikt u op het bijbehorende pictogram naast de naam.

  5. Als u het geselecteerde item reeds heeft gedeeld, kan u de instellingen aanpassen. Om dit te doen selecteert u het Beheer uitnodigingen tabblad.

  6. Klik op Toepassen.

Zie ook

Overkoepelend thema: Op een werkstation